Ik doe veel met AI, maar blijf wél zelf schrijven
Hoe het worstelen met woorden me betere ideeën geeft (en waarom ik die kick niet wil missen)
Nu taalmodellen als Claude en ChatGPT 4.5 bijna net zo menselijk schrijven als mensen, dringt de vraag zich op of schrijven nog wel een relevante vaardigheid is.
Waarom zou je niet gewoon wat in je telefoon inspreken en je favoriete AI er een goedlopende tekst van laten maken?
Wat gaat er dan verloren?
Essayist Paul Graham heeft wel een idee:
‘Als je nadenkt zonder te schrijven, denk je alleen maar dat je nadenkt’.1
Schrijven haalt volgens hem onbewuste ideeën naar boven en dwingt je die helder te omschrijven. Daarom, concludeert Graham, als je nooit over een onderwerp schreef, heb je er geen volledig doordachte ideeën over. En als je überhaupt nooit schrijft, heb je over geen enkel complex onderwerp echt doordachte ideeën.
Tikkie overdreven misschien. Een gesprek met iemand die goed luistert en kritisch doorvraagt kan ook een prachtig medium voor nadenken zijn. Toch Plato en Socrates?
Graham heeft geen gelijk dat schrijven de enige manier van nadenken is, maar in dit artikel wil ik aantonen dat het wél klopt dat schrijven een superieure vorm van nadenken is. En dat ik daarom AI niet gebruik om ideeën te formuleren. Niet uit principe. Ik heb er weinig op tegen. Maar puur uit eigen belang.
Ik wil de kick van het nadenken niet missen. Van het ontdekken van nieuwe ideeën en die proberen te vangen in woorden. En dat doe ik door te schrijven.
De schaamte die je voelt als je een denkfout ontdekt, is een signaal dat er iets moois staat te gebeuren:
Als ik een idee heb dat ik onder woorden wil brengen, begin ik met tikken. Ik dwing mezelf, à la scenarioschrijver Maria Goos2, om door te blijven schrijven, ook als ik de tekst ruk vind:
Als de eerste draft op papier staat, is deze per definitie, zoals Ernest Hemingway ooit zei, shit.
Dan kijk ik waar mijn ideeën rammelen. Waar ik denkfouten maak. Waar ik te lui ben geweest om mijn argumentatie goed uit te werken.
Wat in mijn gedachten klopte, blijkt op papier vaak niet overtuigend3. Dat kan frustrerend zijn en soms schaam ik me zelfs, maar precies die constatering maakt schrijven zo waardevol.
Ik heb namelijk ontdekt dat iets wat ik denk nog niet klopt. Die verwarring dwingt me verder te denken.
Het enige wat ik nu nog hoef te doen is de discipline op te brengen om net zolang aan de tekst te blijven schaven tot het wel voor me klopt.
Door te luisteren, zoals George Saunders dat omschrijft, naar mijn ‘innerlijke bullshitdetector’4. Wanneer gaat ‘ie niet meer af?
Soms vind ik de juiste formulering pas na vijf minuten voor me uit te staren. Soms print ik de tekst uit en loop ik ermee rond, net zolang tot me een formulering te binnen schiet. Soms komt het idee tot me als ik op de pontveer naar muziek luister.
En ALS het dan lukt, dan is het zo’n geweldig gevoel. Alsof je in een game een nieuw level haalt. Je hebt een idee dat al ergens in je hoofd huisde onder woorden weten te brengen. Ik schaam me niet om te bekennen dat ik tijdens het schrijven van Intentioneel leven soms juichde, haha.
Die vaardigheid en bijbehorende gevoel wil ik voor geen goud kwijt.
Dus ik gebruik taalmodellen voor van alles. Perplexity voor research. Claude om die research in drafts te organiseren. ChatGPT voor eindredactie.
Maar wat tussen de taken van Claude en ChatGPT in zit – het uitwerken van gedachten – dat blijf ik zelf doen. Tot een superintelligente robot het toetsenbord uit mijn handen rukt.
De mooiste schrijfadviezen uit Dagelijkse Rituelen
Halverwege april verschijnt de vertaling van Dagelijkse Rituelen, die ik samen met de Amerikaanse auteur Mason Currey heb gemaakt. Mason documenteerde de gewoontes van meer dan 150 historische creatievelingen, zoals Andy Warhol en Jane Austen.
Ik heb daar 20 hoofdstukken aan toegevoegd met Nederlanders uit dit tijdsgewricht, zoals Armin van Buuren en Aaf Brandt Corstius. Het is zowel een vermakelijk als inspirerend boek, en het leek me leuk om voor deze editie van de nieuwsbrief een paar schrijfgewoontes uit te lichten:
Gustave Flaubert, schrijver van Madame Bovary, kon dagen worstelen met zinnen, en deed daar deze rake uitspraak over: “Het is geen simpele zaak om eenvoudig te zijn.” Thomas Mann was het hier, denk ik, mee eens, want hij zei dat ‘elk bijvoeglijk naamwoord een beslissing is’.
Patricia Highsmith, de schrijver van The Talented Mr. Ripley, moest waarschijnlijk niet zoveel van mijn disciplineverhaal hierboven hebben. Haar redacteur zei het volgende over haar:
“Haar favoriete methode om in de juiste stemming te raken om te gaan werken, was om op haar bed te gaan zitten, omgeven door sigaretten, een asbak, lucifers, een mok koffie, een donut met daarbij een schoteltje suiker. Alles wat ook maar enigszins deed denken aan discipline was uit den boze, ze moest de daad van het schrijven zo plezierig mogelijk maken.
Parijs-icoon Gertrude Stein en Joseph Heller van Catch-22 zagen allebei de waarde in van elke dag een beetje schrijven. Stein: “Als je een half uur per dag schrijft betekent dat jaarlijks heel wat geschrijf.”
En Heller zei:
‘Ik schrijf erg langzaam, maar als ik één of twee pagina’s per dag schrijf, vijf dagen per week, dan is dat driehonderd pagina’s per jaar, en dat tikt dan toch aan.’
En vervang in onderstaand citaat van Heller de televisie door TikTok en je hebt een constatering die de tand des tijds doorstaat:
‘Ik besteedde elke avond twee of drie uur aan schrijven, acht jaar lang. Eén keer gaf ik het op en begon ik televisie te kijken met mijn vrouw. Maar de televisie dreef me weer terug naar Catch-22. Ik kon me niet voorstellen wat Amerikanen ’s avonds deden, in plaats van boeken schrijven.’
Wil je meer van dit soort adviezen en anekdotes over creativiteit lezen? Pre-order dan vóór 3 april Dagelijkse Rituelen, dan schrijf ik er een persoonlijke boodschap voor je in.
✍️ Wil je nog meer schrijfaanmoedigingen? Deze tien schrijfadviezen hangen boven mijn bureau.
Dit citaat komt uit Grahams essay The Writes and The Write-nots (geweldige kop)
Dit fragment komt het Jonge Jaren-interview dat ik met Maria had.
Dit kun je ook hebben als je een gesprek voert met een goede gesprekspartner. Je kunt dan off the cuff wat zeggen, wat eigenlijk niet klopt. Een goede luisteraar laat je daar niet mee wegkomen en vraagt door. Ik weet in mijn omgeving precies wie dat zijn
Saunders beschrijft dat mooi in zijn ge-wel-di-ge schrijversboek A Swim in the Pond in the Rain.
De schrijfkunsten van AI blijven gelimiteerd tot praktische en/of informatieve teksten. AI is naar mijn mening altijd nog belabberd in creatief schrijven, met weinig vooruitgang. Technisch wordt het beter maar je merkt echt dat er geen menselijk proces achter zit.
Lijkt mij heerlijk om jouw schrijftalent te hebben. Echter liggen mijn talenten ergens anders. Daarom gebruik ik AI om mij te helpen bij het schrijven, als een soort ghostwriter. Alle input komt vanuit mij, maar AI helpt mij het in een duidelijk verhaal neer te zetten. Het is een geschenk uit de hemel. Dit betekend niet dat je niet meer nadenkt, sterker nog, ik denk veel meer na over de inhoud. Echter dankzij een sterk prompt er is nu ook een goede vorm. 🙏🏼