Waarom ik al 6 jaar wekelijks met een accountability partner spreek
Minder uitstelgedrag, meer voldoening en een diepere vriendschap
Welkom! Ik ben Ernst-Jan Pfauth, mede-oprichter van De Correspondent en journalist. Elke week stuur ik je een tip over intentioneel leven. Ben je nog geen lid? Geef je net als 19.000 anderen op:
De vakantietijd biedt een mooi moment voor reflectie en het formuleren van goede voornemens. Ik zou je willen aanmoedigen eens na te denken over het zoeken van een accountability partner.
Met een accountability partner praat je elke week een halfuur over hoe de afgelopen week was, wat je plannen voor de huidige week zijn en houd je elkaar scherp op voornemens en actiepunten.
Sinds maart 2019 heb ik zo’n partner. Daniel, heet hij. De gesprekken met hem helpen mij enorm en ook al klinkt ‘accountability partner’ vrij klinisch, onze vriendschap is erdoor verdiept.
Daarom wil ik nog eens een lans breken voor dit concept.
Dat is nodig, zo vertelde
mij. Ik las in zijn boek Grip voor het eerst over accountability partners, en hij vertelde me een jaartje na verschijning dat het partnerschap het meest onderschatte advies van zijn productiviteitsboek is:“Ik merk dat dit een van de moeilijkste concepten uit het boek is om mensen echt warm voor te maken. De drempel is toch best hoog. Maar als ze het eenmaal doen zijn ze enthousiast.”
Dus in deze nieuwsbrief deel ik een warme aanbeveling, plus enkele lessen die Daniel en ik leerden.
Stap 1: iemand vragen (dat is best spannend)
Allereerst herken ik die drempel. Ik las Grip in januari 2019, wilde meteen een accountability partner en had pas twee maanden later de moed verzameld om Daniel te vragen. Het is toch spannend. Je stelt je open voor afwijzing. Een beetje zoals je vroeger op het schoolplein aarzelde om verkering te vragen aan die klasgenoot waar je al weken smoorverliefd op was.
Gelukkig zei Daniel meteen ja.
Sindsdien bellen we elke maandagmiddag een half uurtje. Eerst stel ik Daniel een kwartier lang vragen en tik ik mee, daarna draaien we de rollen om. In de eerste twee jaar sloegen we denk ik vier keer een sessie over. Een keertje omdat ik een kind kreeg, een keer omdat Daniel geen bereik had in de bergen en allebei zijn we het een keer tijdens onze vakanties vergeten (goed teken). Inmiddels is het zo’n waardevolle gewoonte, dat we wat soepeler skippen als dat nodig is.
Onze vriendschap werd er sterker van. Allebei zijn we al een keer door een pittige periode gegaan, en die vaste wekelijkse halfuurtjes werden een soort ankerpunten waar we altijd samen keken naar wat we aan onze situaties konden doen. Hoewel we soms ook edities hebben gehad dat alleen naar elkaar luisteren ook genoeg was. Laatste trouwde Daniel met een geweldige vrouw en reconstrueerde ik tijdens een speech – met toestemming – aan de hand onze gespreksnotulen hun romantische ontstaansgeschiedenis
Dit soort vragen stellen we aan elkaar
We begonnen met de standaardlijst uit Grip en zijn deze steeds verder gaan aanscherpen voor onze persoonlijke situaties.
We gebruiken inmiddels deze algemene vragen:
Wat ging afgelopen week goed? Waarom?
Wat had ik beter kunnen doen? Hoe pas je die les volgende week toe?
Wat is je inzicht van de week?
Wat zijn je drie grootste prioriteiten (Big Three) voor de komende week?
Daarnaast hebben we ongeveer vier persoonlijke vragen die helemaal afgestemd zijn op het werk en leven van Daniel en mij. Die persoonlijke vragen liggen vaak in de lijn van onze kwartaaldoelen. ‘Hoe heb je speelsheid omarmt, in plaats van de angst om tekort te schieten?’ is er bijvoorbeeld eentje die Daniel me dit kwartaal stelt. En ik vraag Daniel tegen welke dingen hij ‘nee’ gaat zeggen omdat deze niet bij zijn prioriteiten passen.
Enkele dingen die we leerden:
Bij vragen die om de voortgang van een project of voornemen draaien, werkt het voor ons beter om vooruit te blikken dan om terug te kijken. Want als je terugkijkt op je week, kun je altijd wel een verhaaltje verzinnen waarom je toch iets zinnigs hebt gedaan – ook al was dat misschien niet zo – terwijl je bij vooruitkijken vaker een specifiek actiepunt formuleert. Stel dat Daniel mij zou vragen hoe ik afgelopen week de podcast heb voorbereid. Dan kan ik van alles verzinnen om mijn acties te verantwoorden. Maar als hij me vraagt wat ik deze week ga doen om de podcast goed voor te bereiden, kan ik er nog invloed op hebben.
Wat vervolgens goed voor ons werkt is om af te sluiten met de volgende vraag: ‘Welke nieuwe actiepunten kwamen er uit dit gesprek voort?’
Hoe specifieker de vraag over de voortgang op een project of voornemen, hoe beter. Zo had een van ons een tijdje de vraag: ‘welk lastig actiepunt ga je in het halfuur na deze call aanpakken?’
Voor gewoontes die we onszelf willen aanleren hebben we korte checkvragen die we alleen met ja of nee hoeven te beantwoorden. Zoals: ‘heb je deze week minstens een uur Spaans gelezen of gesproken?’
We vragen niet alleen naar elkaars werk, maar bespreken ook familie, vrienden en nieuwe dingen die we willen leren. Dit adviseert Rick ook, maar ik kan het niet genoeg benadrukken. Bewaak ook in je check-in privé- en werkbalans.
We nemen ook bewust vragen op waar we energie van krijgen – het gaat dus niet alleen over onze verbeterpunten. Door in de check-in de nadruk te leggen op activiteiten waar je gelukkig van wordt (zoals schrijven, of dansen), ben je er vaker mee bezig.
Wees flexibel. Als een vraag niet werkt, pas het aan. We hebben meerdere keren gedurende een kwartaal ondervonden dat een vraag uiteindelijk niet waardevol genoeg was. Soms moesten we deze scherper scherpen, soms bleek een andere vraag waardevoller.
Elk kwartaal duiken we de kroeg in voor een review
Daniel en ik schrijven elkaars antwoorden op in een gedeeld Notion-board. Die nemen we op twee vaste momenten nog een keer door.
Ik lees die antwoorden tijdens mijn wekelijkse review altijd nog even, om te kijken of ik niets vergeten ben en mezelf te herinneren aan mijn prioriteiten.
Daarnaast nemen Daniel en ik aan het einde van elk kwartaal alle notities nog een keer door. Tijdens het teruglezen van deze ongeveer dertig pagina’s (!), noteren we enkele overkoepelende observaties en vragen. Gedurende onze wekelijkse gesprekken maken we af en toe een notitie dat we een bepaald vraagstuk dieper moeten bespreken in de kwartaalreview – die verzamelen we aan het einde van het kwartaal ook.
Vervolgens spreken we in levende lijve af. Bij elkaar thuis, of in een mooi restaurant. Daar bespreken we het volgende:
Ik deel mijn observaties en vragen over het kwartaal van Daniel, en doe suggesties voor nieuwe vragen;
Daarna deelt Daniel de terugblik op zijn kwartaal (bewust na mij, zodat hij me niet beïnvloedt met zijn eigen analyse). Ook deelt hij zijn nieuwe kwartaaldoelen;
Samen bedenken en formuleren we nieuwe wekelijkse vragen voor Daniel;
Daarna bespreekt Daniel mijn kwartaal en doet hij suggesties voor mijn nieuwe vragen;
Vervolgens deel ik mijn observatie over mijn eigen kwartaal en mijn nieuwe kwartaaldoelen;
Daarna bedenken we mijn nieuwe wekelijkse vragen.
Dit zijn vier geweldige avonden per jaar en waar we allebei veel energie van krijgen. Ook houdt het onze wekelijkse gesprekken fris.
Oncomfortabel, specifiek en toch een warm bad? Dat klinkt als een gesprek met mijn accountability partner
Misschien zijn Daniel en ik een tikkie heftig, maar we willen van elkaar dat we het de ander moeilijk maken. We mogen elkaar niet laten wegkomen met een smoesje. Het doel is immers om elkaars voornemens waar te maken.
Als ik me heb voorgenomen iets moeilijks aan te pakken in een kwartaal, zijn er altijd zat redenen om het uit te stellen. ‘Ik ben er niet voor in de stemming’ of ‘Ik moet eerst nog dit en dat perfectioneren’.
Terwijl voor 90 procent van de actiepunten en voornemens geldt: maak gewoon een beginnetje en dan gaat de bal vanzelf rollen.
Daar helpen we elkaar bij.
We vragen door en proberen zo specifiek mogelijk te worden. ‘Wanneer ga je het doen? Woensdag? Hoe laat dan? Dan app ik je een uurtje later wel even hoe het gegaan is’.
Dit klinkt vast oncomfortabel. Klopt. Dat is het soms ook. Maar het is ook ontzettend waardevol om elkaar over een drempeltje heen te duwen en vervolgens te zien dat we werken aan datgene wat we écht belangrijk vinden.
Tegelijkertijd zijn de gesprekken een warm bad. Bijvoorbeeld als we samen successen vieren en wanneer we elkaar steunen in moeilijke tijden.
Rick geeft duidelijke tips voor het uitkiezen van je accountability partner in Grip. Ik vond het heel belangrijk dat ik uitgedaagd zou worden door mijn accountability partner, en vice versa. Het zou mij nooit lukken om Daniel voor de gek te houden, en andersom (hopelijk) ook niet.
Aan de slag met een eigen accountability partner?
Als je het overweegt, dan adviseer je ook even het bijbehorende hoofdstuk in Grip te lezen.
Geweldig weer. Ik ga het een kans geven!
Misschien als het anders zou heten dan accountability partner :-)